De Europese Commissie heeft besloten de geplande fusie tussen Alstom en Siemens Mobility te verbieden. Dit besluit volgt op een negatief advies van verschillende nationale mededingingsautoriteiten (waaronder de Duitse mededingingsautoriteiten). De Europese Commissie is van mening dat deze fusie zou hebben geleid tot twee belangrijke gebieden (signalisatie en hogesnelheidstreinen) die de concurrentie in Europa drastisch verminderen, met een risico op stijgende prijzen en vermindering van innovatie.
Wat betreft de signalisatie zou de uit de fusie voortgekomen entiteit de onbetwiste marktleider zijn geworden in de verschillende markten van signalisatie voor hoofdlijnen, met name ETCS, wat essentieel is voor het realiseren van een echte interne spoorwegmarkt. Desalniettemin en ondanks de algehele implementatie van ETCS tegen 2022 in Belgiƫ, moeten we ervan uitgaan dat deze kwestie na deze deadline een aanzienlijk effect kan hebben op de investeringen in het spoorvervoer.
Voor wat betreft de markt van de hogesnelheidstrein zou de fusie hier ook de concurrentie in Europa aanzienlijk hebben verminderd, aangezien Alstom en Siemens de belangrijkste fabrikanten van hogesnelheidstreinen in Europa zijn. De keuze van de spoorwegexploitanten zou in deze strategische markt voor Europese mobiliteit sterk verminderd worden, terwijl tegelijkertijd grote prijsstijgingen dreigen.
In andere sectoren van het rollend spoorwegmaterieel zoals de Electric Multiple Unit en Diesel Multiple Units voor passagiers zou de fusieonderneming ook een zeer sterke en dominante speler geworden zijn in landen als Frankrijk en Belgiƫ. Bovendien hebben Siemens en Alstom geen geloofwaardig plan voorgesteld om deze mededingingsbezwaren weg te werken.
Om die redenen is de Europese Commissie van mening dat de fusie de belangen van spoorwegondernemingen en passagiers aanzienlijk zou schaden in de context van het bevorderen van een klimaatvriendelijke en ecologisch duurzame mobiliteit in Europa.
De Europese Commissie heeft het argument van Alstom en Siemens verworpen dat de fusie noodzakelijk zou zijn om de dreiging van de concurrentie van de Chinese groep CRCC te weerstaan. Ten eerste is deze groep tot nu toe niet aanwezig in Europa en heeft ze nog nooit spoorwegonderdelen in Europa verkocht. Bovendien moet CRCC, alvorens te proberen spoorwegmateriaal in Europa te verkopen, deze componenten gehomologeerd krijgen, wat tijd zou vergen en de Europese fabrikanten een eerlijke kans zou bieden om de concurrentie aan te gaan.
Veel aanhangers van deze fusie hebben een vergelijking gemaakt met de luchtvaartindustrie. Ze pleiten ervoor dat Europa een Europese spoorwegkampioen nodig heeft, zoals Airbus dat is in de luchtvaartindustrie. Het moet gezegd worden dat een dergelijke vergelijking op zijn limieten botst om de eenvoudige reden dat de luchtvaartmarkt op wereldschaal actief is, terwijl de spoorwegmarkt als zeer gefragmenteerd kan worden beschouwd.